Voor 15:00 besteld, morgen gratis bezorgd!
[t] 0548 - 54 25 90 of info@portacon.nl

Welke type poortopener heb ik nodig?

Welk type poortopener moet ik kiezen?

De onderverdeling voor de poort- en garagedeur openers wordt gemaakt op basis van welk type poort of deur u heeft, we gaan uit van 3 soorten: draaipoorten, schuifpoorten en garagedeuren.

Draaipoorten

LINEAIRE POORTOPENER: Dit is de meest verkochte motor in de hekwerkbranche, zowel in de elektromechanische als hydraulische variant. De werking van de lineaire motor is als volgt. De achterkant van de motor wordt gemonteerd op de poortpaal (kolom) en de voorzijde van de motor wordt gemonteerd op de poortvleugel. De lineaire motor (spindel of cilinder) schuift in of uit, waardoor de poortvleugel in beweging komt.

De uitschuiflengte van de spindel, ook wel slag genoemd, is in veel gevallen bepalend voor de grootte van de vleugel. Hoe groter de slag van de spindel, hoe breder (zwaarder) de poortvleugel mag zijn. De lineaire motor wordt bevestigd aan de kant waar de poortvleugel naar toe draait. In de meeste gevallen zullen poorten naar binnen draaien en wordt de aandrijving dus ook aan de binnenzijde gemonteerd.
Bij gebruik van deze motor is het van belang dat het montagepunt aan de achterzijde van de motor niet te groot ten opzichte van het draaipunt van de poort mag zijn. Afhankelijk van het type motor tussen ca.: 110 tot 150 mm. De lineaire motor moet bijna in lijn gemonteerd zijn met de poortvleugel, anders zal de aandrijving niet werken. Daarom wordt deze poortopener bijna nooit gebruikt bij poortvleugels die in het midden tussen grote gemetselde kolommen hangen. Een voordeel van de lineaire motor is dat deze snel en eenvoudig kan worden gemonteerd.

KNIKARM POORTOPENER: (elektromechanisch of hydraulisch) wordt aan de binnenzijde van de poortpaal of gemetselde kolom gemonteerd. De motor is voorzien van een knikarm die aan de poort wordt bevestigd. De werking is eenvoudig; bij het in beweging komen van de motor wordt de poortvleugel naar binnen getrokken en op die manier geopend. De knikarm bestaat uit twee delen die in het midden scharnieren. Knikarmmotoren worden meestal gebruikt wanneer poorten tussen gemetselde kolommen hangen, waardoor lineaire poortopeners niet mogelijk zijn. Een knikarmmotor kan snel en eenvoudig op uw poort worden gemonteerd. Een bijkomend voordeel van de knikarmopener is, dat de motorsturing in veel gevallen is ingbouwd in één van de motoren, hierdoor is het niet nodig om ergens een externe sturing te plaatsen.

Schuifpoorten

BYOU_FREEDOM_schuifpoortopenerHet automatiseren van schuifpoorten is eenvoudig. Op de poort wordt over de hele lengte een tandlat gemonteerd. De tandlat is in twee soorten verkrijgbaar: verzinkt metaal of kunstof. De kunstof versie laat een schuifpoort bijna geruisloos lopen. De schuifpoortmotor wordt tussen de poortportalen en naast de poort op een betonfundering gemonteerd. Een tandwiel drijft de tandlat aan, waardoor de poort kan bewegen. De schuifpoortmotor is in veel varianten leverbaar. Het gewicht van de poort bepaalt hoofdzakelijk de motor die nodig is. De schuifpoortmotor is te verkrijgen in 24 Vdc, 230 Vac of 380 V. Beninca en andere fabrikanten leveren motoren voor poorten van ongeveer 300 kg tot 4000 kg. Een standaard schuifpoortopener heeft een snelheid van ongeveer 10 meter per minuut. Er zijn voor grotere industriële schuifpoorten motoren met een snelheid van 20 meter per minuut beschikbaar. Op de tandlat wordt aan de voor- en achterzijde een aanslag gemonteerd, die de poort op het juiste moment laat stoppen. De aanslag kan mechanisch zijn. In dat geval is de motor voorzien van een veer die bij aanraking van de aanslag de motor laat stoppen. Er kan ook een magnetische eindschakelaar worden aangebracht, die door de schuifpoortmotor wordt herkend en de poort laat stoppen.
Sommige schuifpoortmotoren zijn voorzien van een frequentieregelaar die een zachte start en een zachte stop van de poort mogelijk maken.

Garagedeuren (kanteldeuren en sectionaaldeuren)

Kanteldeuren en kleine sectionaaldeuren kunnen worden voorzien van een plafondmotor die met een rail bevestigd wordt. Deze rail is voorzien van een ketting of getande riem die een ‘wagentje’ voortbeweegt. Dit wagentje neemt de deur bij het openen en sluiten mee. De kettingaandrijving is de goedkoopste variant en de getande riemaandrijving de kwalitatief betere uitvoering. De motoren werken op 24 Vdc gelijkspanning en kunnen hierdoor direct reageren als er zich een obstakel onder de deur bevindt. De BYOU opener van Beninca is standaard voorzien van het ESA-Systeem. Hierdoor kunnen energiebesparingen tot meer dan 90% worden gehaald, in vergelijking met andere systemen. Industriële sectionaaldeuren worden vaak voorzien van een opsteekmotor die over de as van de deur geschoven wordt. Deze motor is in verschillende varianten leverbaar en is geschikt voor intensief gebruik. De motor wordt aangestuurd door een bijgeleverde sturing, met eventueel een frequentieregelaar die een zachte start en een zachte stop mogelijk maakt.

Dubbele openslaande garagedeuren

Dubbele openslaande garagedeuren, die vaak van hout zijn gemaakt, kunnen worden geautomatiseerd met een plafondmotor die hiervoor is beschreven, in combinatie met een zogenaamde V-kit. De V-kit bestaat uit twee stangen die aan het wagentje en de deurbladen bevestigd zijn. Bij het openen en sluiten bewegen de stangen de deurbladen. Nadeel van dit systeem is dat de deur niet vloeiend opent en sluit en dat de deurbladen aan de bovenzijde worden geblokkeerd. Wanneer er geen elektrische grondpen wordt gebruikt, zullen deze deuren aan de onderkant altijd blijven bewegen.
Een betere optie is om lineaire elektromechanische motoren te gebruiken, waarmee ook poortvleugels worden geopend. Het principe en de werking is dan gelijk aan de lineaire motor zoals die wordt gebuikt bij poorten. In de meeste gevallen zullen deuren naar buiten draaien, maar wordt de aandrijving aan de binnenzijde gemonteerd.
Bij gebruik van deze motor is het van belang dat het montagepunt aan de achterzijde van de motor ten opzichte van het draaipunt van de poort niet te groot mag zijn. Afhankelijk van het type motor tussen ca.: 110 tot 150 mm. De werking van de aandrijving is precies omgekeerd aan het gebruik van een lineaire opener bij een poort, de uitgaande slag opent de deur en de ingaande slag sluit de deur. Het enige nadeel is dat bij geopende deuren de motoren de doorgang iets verkleinen, omdat ze tussen de deuren zitten.

Binnen de gevel draaiende kanteldeuren

Deze garagedeuren kantelen binnen de gevel naar binnen en zijn te herkennen aan de tegengewichten of trekveren die aan de binnenzijde zijn gemonteerd. De deur scharniert dus in het midden en de motor wordt midden op de deur gemonteerd. Deze deurtechniek wordt in Nederland bijna niet gebruikt en daarom hier niet verder beschreven.